De gelijkenis van de ponden
Deze overdenking gaat over de gelijkenis van de ponden uit Lucas. Maar eerst even de voorgeschiedenis… Jezus loopt door Jericho, onderweg naar Jeruzalem. Hij weet dat dit de laatste keer is dat Hij hier zal lopen. In Jeruzalem zal de ontknoping volgen van zijn werk hier op aarde. Jezus weet heel goed wat Hem te wachten staat. Ik denk dat het goed is dat we dat proberen te begrijpen. Hij weet dat alle zonde, alle ziekte, alle narigheid, alle strijd straks op Hem zal aankomen.
Als ik in zijn plaats zou zijn geweest zou ik er helemaal vol van zijn geweest. Jongens, even niet aan mijn hoofd zeuren, ik moet me concentreren… Er gaat zoveel op me af komen, daar heb je geen weet van…
Maar de mensen om Hem heen hebben er geen weet van. Zelfs zijn discipelen hebben geen idee wat er gaat gebeuren. En dat terwijl Jezus meerdere malen heeft aangekondigd dat Hij zou moeten lijden en sterven.
In Lukas 9 : 22 zegt Jezus:
En Hij vertelde: “De Mensenzoon moet veel lijden en zal niet worden geloofd door de leiders van het volk, de leiders van de priesters en de wetgeleerden. Ze zullen Hem doden. Maar op de derde dag zal Hij weer uit de dood opstaan.”
Lukas 9 : 44:
“Luister heel goed naar wat Ik nu zeg: binnenkort zal de Mensenzoon door de mensen gevangen worden genomen.”
Lukas 18 : 31, 32:
Jezus nam de twaalf leerlingen apart en zei tegen hen: “Luister, we zijn op weg naar Jeruzalem. Alles wat de profeten hebben opgeschreven, zal met de Mensenzoon gaan gebeuren. 32Want Hij zal gevangen worden genomen en aan de Romeinen worden uitgeleverd. Ze zullen Hem belachelijk maken en bespugen en uitlachen. Ze zullen Hem zweepslagen geven en doden. Maar op de derde dag zal Hij uit de dood opstaan.” Maar ze begrepen er niets van. Het waren onbegrijpelijke woorden voor hen. Ze hadden geen idee wat Hij bedoelde.
En dan loopt Jezus in Jericho. Veel mensen om hem heen, allemaal nieuwsgierig. Zou Hij vandaag nog mensen genezen?
Het verhaal gaat dat Hij op weg naar Jericho nog een blinde man had genezen. Veel mensen kenden hem wel, Bartimeüs, die altijd langs de weg zat te bedelen… Zou die nu echt kunnen zien? Of misschien zou Jezus nog een stevige discussie aangaan met de Farizeeën? Maar wie krijgt uiteindelijk alle aandacht van Jezus? Hoe is het mogelijk… Het laagste van het laagste, een collaborateur!
De gehate Zacheus, die tollenaar die mensen aan de bedelstaf heeft gebracht met zijn belastingen. En ondertussen er goed van leeft in zijn prachtige huis… Die smeerlap was in een boom geklommen om Jezus te zien… Maar misschien ging Jezus wel met hem mee om hem eens goed de waarheid te zeggen… Dat zou goed zijn!
Jezus gaat inderdaad mee met Zacheus, en benadert hem met liefde en vergeving. Hij redt daarmee het leven van deze man en brengt een volledige omkering in zijn leven tot stand. Het gevolg is dat Zacheus spijt heeft van de dingen die hij verkeerd heeft gedaan en bereid is om de schade viervoudig terug te betalen. Hij stelt zelf ook voor om de helft van zijn vermogen aan de armen te geven… Niet omdat het moet, maar omdat hij dat zelf wil…
Voor Zacheus begint een nieuw leven…
En dan spreekt Jezus die bijzondere gelijkenis uit:
Lucas 19 : 11 – 27
Jezus vertelde de luisterende mensen nog iets in de vorm van een verhaal. Want Hij was nu dicht bij Jeruzalem en iedereen dacht dat dan het Koninkrijk van God zou komen. Hij zei: “Er was een edelman die naar een ver land moest. Daar zou hij tot koning worden gekroond. Daarna zou hij weer terugkomen. 13Hij riep tien van zijn dienaren bij zich en gaf hun elk één pond [ (= 100 daglonen, dus 4 maandsalarissen) ]. Hij zei tegen hen: ‘Doe hiermee zaken voor mij, totdat ik terugkom.’
De mensen van zijn stad haatten hem. Ze stuurden hem boodschappers achterna die moesten zeggen: ‘We willen niet dat deze man koning over ons wordt.’
Toen de edelman tot koning was gekroond, kwam hij weer terug. Hij riep de dienaren bij zich die hij het geld had gegeven. Hij wilde weten hoeveel ze ermee hadden verdiend. De eerste kwam en zei: ‘Heer, ik heb met uw pond nog tien ponden bijverdiend.’ De edelman zei tegen hem: ‘Goed gedaan! Je bent een goede dienaar. Ik heb je eerst weinig gegeven. Daarmee ben je goed omgegaan. Daarom zal ik je nu véél geven: je krijgt het bestuur over tien steden.’ De tweede dienaar kwam en zei: ‘Heer, met uw pond heb ik nog vijf ponden bijverdiend.’ De edelman zei ook tegen hem: ‘Jij krijgt het bestuur over vijf steden.’ De volgende kwam en zei: ‘Heer, hier is het pond dat u mij had gegeven. Ik heb het in een doek gestopt en zo bewaard. Want ik was bang voor u omdat u zo streng bent. U neemt wat u niet heeft weggelegd en u maait waar u niet heeft gezaaid.’ De edelman zei tegen hem: ‘Ik zal je veroordelen met de woorden van je eigen mond, jij slechte dienaar!
Je zegt dat ik streng ben. Je zegt dat ik neem wat ik niet heb weggelegd en dat ik maai wat ik niet heb gezaaid. Als je dat wist, waarom heb je mijn geld dan niet naar de bank gebracht? Dan had ik het nu met rente kunnen ophalen.’ En hij zei tegen de mensen die bij hem stonden: ‘Neem hem het geld af. Geef het aan de man die tien ponden heeft.’ Ze antwoordden hem: ‘Heer, maar hij heeft al tien ponden.’ “Jezus zei: “Ik zeg jullie dat iedereen die heeft, nog meer zal krijgen. Maar van iedereen die niet heeft, zal worden afgenomen ook wat hij wel heeft.
En de edelman zei: ] ‘Haal nu die vijanden van mij die niet wilden dat ik koning over hen werd. Breng hen hier bij mij en dood hen.’ “
Hè, dan is daar dat mooie verhaal van Bartimeüs, en de geweldige bekering van Zacheüs, en dan eindigt dit weer zo heftig…
Laten we eens door dit verhaal heenlopen. En dat in het besef dat Jezus weet wat hem te wachten staat in Jeruzalem. De mensen hadden hoop dat Jezus zichzelf tot Koning van de Joden zou kronen en dan met al die wonderen die Hij kon doen de Romeinen uit het land zou verjagen. Daarom staat hier dat iedereen dacht dat het Koninkrijk van God zou komen, Ze hadden immers steeds gebeden voor bevrijding van de Romeinse overheersing! Ze waren tenslotte jaren geleden ook uit Egypte bevrijd, door Mozes, nu kon Jezus hen bevrijden. Het ging in hun denken om een zichtbaar koninkrijk, niet om een geestelijk koninkrijk. En dat was het waar Jezus mee bezig was, oneindig veel belangrijker en groter dan een zichtbaar koninkrijk. Wat het doel van Jezus was om de duivel en de dood te overwinnen die de mensheid in zijn greep hield en nog steeds houdt.
Eigenlijk worden in deze gelijkenis twee verhalen door elkaar verteld.
Het ene verhaal gaat over de edelman die zijn dienaren eigenlijk op de proef stelt. Het andere verhaal gaat over de mensen van de stad waar de edelman woont; zij haatten hem en wilden niet dat hij koning zou worden. Ze stuurden zelfs boodschappers naar de edelman toe om te zeggen dat ze niet wilden dat hij koning over hen zou worden. Toch wordt hij tot koning gekroond. Aan het einde van de gelijkenis komen die mensen ineens weer ter sprake. Ze moeten worden opgehaald en worden gedood. Als er gesproken wordt over een edelman de koning wordt kan het eigenlijk alleen maar om Jezus gaan. Jezus weet dat Hij naar de hemel gaat en dus lange tijd weg zal zijn.In de hemel krijgt Hij de ereplaats die Hem toekomt, op de troon aan de rechterhand van de Vader. Een koninklijke plaats.
We zingen wel eens: Jezus Hij is Koning. Over Hem gaat dit dus.
Maar nu die vijanden die niet willen dat Jezus koning wordt. Zijn dat de Joden, die riepen ‘Kruisig Hem!’? Zijn dat de mensen die Jezus niet aannemen als hun persoonlijke verlosser? Of spreekt Jezus hier juist over de werkelijke vijand van God en van de mens. Jezus weet dat Hij op weg gaat naar Jeruzalem om daar vernederd en uiteindelijk gedood te worden. Zijn doel: de mens vrijkopen uit de hand van de duivel.
Als het hier gaat om de vijanden die niet willen dat Jezus koning wordt, die niet willen dat ze onderworpen worden aan een mens en juist daarom in opstand zijn gekomen tegen God, dan gaat het over de machten der duisternis. Immers, zij aanvaarden het koningschap van Jezus niet. Zij waren er op uit om Jezus te breken. Zij wilden niet dat deze man, of eigenlijk, dat deze mens koning over ons wordt… Maar God zij dank! Ze hebben daar niets over te zeggen!. Jezus is koning geworden, ook over hen! Hij heeft alle macht.
In Mattheus 28 : 18 staat dat Jezus, vlak voor de hemelvaart zegt: “Ik heb alle macht in de hemel en op de aarde gekregen.
En als Jezus terugkeert, als Koning, komt aan de macht en heerschappij van de duivel en de demonen een einde. Dat is dus
het eerste verhaal in deze gelijkenis.
En dan hebben we nog die tien dienaren, of slaven zoals ze in de NBG-vertaling worden genoemd… De edelman, Jezus geeft 10 ponden aan de 10 dienaren en geeft ze een opdracht. Doe hiermee zaken voor mij totdat ik terugkom. Heeft de edelman al zijn geld aan de dienaars gegeven? Ik denk dat het maar een klein deel van zijn vermogen is. Zeg maar zo’n € 10.000 per persoon. Ieder krijgt hetzelfde.
Je kan je afvragen wat de grote Edelman Jezus aan ons heeft gegeven toen Hij vertrok om tot Koning te worden gekroond.
Johannes 16 : 5 geeft het antwoord:
En nu ga Ik heen tot Hem, die Mij gezonden heeft, en niemand van u vraagt Mij: Waar gaat Gij heen? Maar omdat Ik dit tot u gesproken heb, heeft droefheid uw hart vervuld. Doch Ik zeg u de waarheid: Het is beter voor u, dat Ik heenga. Want indien Ik niet heenga, kan de Trooster niet tot u komen, maar indien Ik heenga, zal Ik Hem tot u zenden
Jezus heeft de heilige Geest gegeven aan zijn dienaren. Jezus heeft de Heilige Geest gegeven aan ons en Hij vraagt ons om daarmee zaken te gaan doen. De Heilige
Geest is dus niet een leuk extraatje voor de Pinkstermensen, maar is een
investering van de Edelman Jezus in jou. Hij geeft je iets kostbaars en vraagt
je om daarmee te gaan handelen.
En dan komt de Edelman terug; hij is inmiddels koning geworden. Laat ik beginnen met de dienaar die bang was en het geld in een doek heeft gewikkeld en verstopt. Het komt wat zielig over, nietwaar? Ik was bang voor u, want u bent zo streng. U neemt wat u niet heeft weggelegd en maait waar u niet heeft gezaaid. Ik heb altijd hieruit begrepen dat de dienaar echt bang voor zijn meester was, En dan vind ik de reactie van de edelman wel erg hardvochtig. Maar van deze gedachte is bij de andere dienaren niets te merken. Zij geven helemaal niet aan dat ze bang zijn. Trouwens, als hij echt bang zou zijn geweest zou hij er juist alles aan hebben gedaan om meer geld ermee te verdienen.
Wat deze dienaar doet is de schuld voor wat er niet goed is gegaan bij de edelman neerleggen: U bent zo streng!, U neemt wat u niet heeft weggelegd en maait wat u niet heeft gezaaid.
Eigenlijk maakt de dienaar zijn baas uit voor een dief. Hij verdedigt zich door de edelman in een kwaad daglicht te stellen.
Toch moeten wij daar ook voor oppassen. Waarom grijpt God niet in? Waarom doet God niet waar wij voor bidden? God is altijd bij me? Nou….
De edelman zegt: Als jij vindt dat ik zo ben, dan zal ik voor jou zo zijn…
Dus eigenlijk is de edelman niet zo. Hij is niet streng, hij is geen dief. Nee, als mensen zich willen inzetten geeft hij ze juist zijn vertrouwen. Kijk maar naar de andere twee dienaren.
Dienaar 1 heeft het pond vertienvoudigd. Wat is er gebeurd? Heeft hij 10 bekeerlingen gemaakt?
Nee, doordat hij aan de slag is gegaan met dat wat de Heilige Geest in een mens doet, is de doorwerking van de Heilige Geest in zijn leven tot ontwikkeling gekomen. Hij heeft geleerd om om te gaan met de gaven van de Heilige Geest, de vrucht van de Heilige Geest is aan het ontwikkelen in hem. Er staat een ander mens!. Vrijer, blijer, sterker. Vast in het geloof. Vol liefde en aanvaarding voor de mensen om hem heen. En tot zegen voor hen. Een mens die iets laat zien van de rijkdom van de koning; eigenlijk meer op de koning is gaan lijken. En daarom ook het vertrouwen van de koning krijgt. Hij wordt de bestuurder van 10 steden. Dat vertrouwt de koning hem toe.
En nummer twee heeft 5 ponden verzameld. Ook hij ontvangt het vertrouwen van zijn meester; hij wordt aangesteld boven 5 steden.
Ik vind het jammer dat hier niet het verhaal staat van de man die de helft is kwijtgeraakt, ondanks alle moeite die hij heeft gedaan. Want hoewel hij met minder geld thuiskomt, zou zijn inzet toch beloond zijn, daar ben ik van overtuigd.
De slechte slaaf raakt het aan hem uitgedeelde pond kwijt.
God wil zijn Geest aan ons geven, een groot geschenk dat betekent dat Hij veel vertrouwen in ons heeft. Als wij er mee aan de slag gaan, zal het groeien in ons. Als we er niets mee doen, zal je het kwijtraken. Wat gaat er gebeuren als de Heilige Geest in ons, als dienaren van de grote Koning, gaat werken? We kennen de teksten van de gaven van de Heilige Geest uit de eerste Corinthebrief wel. We kennen de beschrijving van de vrucht van de Geest uit de Galatenbrief ook wel. Dat zal zeker tot ontwikkeling komen.
Paulus heeft het ook aan de Filippenzen beschreven wat er dan gebeurt.:
Filippenzen 2 : 1 – 5
Als jullie je inderdaad laten bemoedigen door Christus, en als jullie liefde voor elkaar hebben, en als jullie je door de Geest laten leiden, en als jullie met elkaar meeleven, maak mij dan helemáál blij door samen één te zijn. Houd van elkaar. Heb allemaal hetzelfde verlangen en hetzelfde doel. Doe niets om er zelf beter van te worden of om erover te kunnen opscheppen. Maar wees bescheiden en vind andere mensen belangrijker dan jezelf. Let niet alleen op wat goed is voor jezelf. Let ook op wat goed is voor een ander. Wees net zo [ bescheiden ] als Jezus Christus was.